Skip to main content
  • Aly Boersema
  • Huis

De wederkomst van Christus (3)

Geschreven door Jan Boersema op: 31 augustus 2014

Lezen: 1 Petrus 3:18-22, 2 Petrus 3:1-13 Tekst: 1 Petrus 3:21, 2 Petrus 3:5-7 Water en vuur. Dat zijn tegenstrijdigheden: als op het werk of in een schoolklas twee mensen water en vuur zijn, dan is het niet best. Om er nog maar over te zwijgen als het tussen broers of zussen zo is, of helemaal erg, tussen man en vrouw. Tegenstrijdigheden: vuur blus je met water. Ze kunnen ook samengaan. Water en vuur. Vanaf de oude Grieken en oude Indiërs worden ze beide gerekend tot de elementen waaruit de aarde bestaat. Water, aarde, lucht en vuur. Bovendien hebben ze beiden een vernietigende kracht. Dat kom je b.v. tegen in de twee brieven van Petrus. 2 Petrus 3: de aarde eindigt in vuur, het vuur van het gericht, het vuur van de totale vernietiging. Maar daarvoor had ook water eens een allesvernietigende uitwerking. De zondvloed. En zal er op de jongste dag ook nog zo’n vloed zijn, denk aan de woorden van Christus in Lucas 21? Zo lang de wereld bestaat komt er geen zondvloed meer, heeft de Here aan Noach beloofd. Zo lang de wereld bestaat. De aarde wacht op het vuur van het gericht, schrijft Petrus. Of toch nog op de jongste dag ook een watervloed, want de Here spreekt over het gebulder van de golven. Loopt daar de klimaatsverandering op uit, vroeg ik de vorige keer. En daarna het einde van de wereld door het vergaan van de elementen in vuur. Te midden van die sombere tekeningen doet Petrus al in zijn eerste brief iets opvallends. Hij schrijft over water positief. Het water van de doop wijst juist op redding. Het is een afbeelding van de zondvloed maar juist met een omgekeerde betekenis: de zondvloed vernietigde, de doop redt. Een tegenbeeld. En zo kan het ook naar vuur verwijzen: het redt namelijk ook van het vuur van het gericht. En dat is voor ons het belangrijkste vanmorgen. Want wij leven toe naar het wereldeinde, en wat voor zekerheid kun je dan nu al ontvangen? Thema: Water dat redt van het vuur 1. De les van het water van de doop 2. Gezien vanuit het water van de zondvloed 1.Hoe moeten we die uitdrukking verstaan over die paar mensen die gered werden van de watervloed, slechts acht in totaal (vers 20)? Dat moet je verbinden met Hebr. 11:7: Door zijn geloof bouwde Noach een ark, om daarmee zijn huisgenoten te redden. God werkt door gezinnen. Als ze later uit de ark komen, wanneer het water al weer is gezakt, blijkt dat het geen volmaakt gezin is. Cham bespot zijn vader. Maar dat hele gezin wordt gered als de zondvloed over de wereld raast. Waarom gezinnen? God maakt een nieuw begin met de mensheid, en start met vier ouderparen. Want niet alleen de drie zonen zijn de ark ingegaan, maar hun vrouwen ook. Gezinnen worden door de Here zo hoog gewaardeerd. Dat is de plek waar ouders de kinderen de dienst aan de Here leren. En daar geeft de Here de ouders zijn bemoedigend woord mee dat hun kinderen ook Gods kinderen zijn. Noach en de zijnen gingen in de ark. Gelovigen en hun kinderen hebben hun plaats in de kerk. Noach en de zijnen werden door de ark gered van het water. Gelovigen en hun kinderen worden in de kerk gered door het water. De doop is het tegenbeeld van de zondvloed, zei de vertaling vroeger. Dus een contrast. Het laat precies het omgekeerde zien van de zondvloed. De zondvloed toont verderf, de doop toont redding. In beide gevallen gaat het om water dat scheiding maakt tussen gelovigen en ongelovigen. Maar de functie van het water is precies omgekeerd. Water dat redt van het vuur. De doop redt van het gericht. Maar daar moet wel geloof bij komen. Petrus schrijft: De doop wast niet het vuil van het lichaam af, maar het is een vraag aan God is om een zuiver geweten (vers 21). Hoe dan? Daar zitten twee elementen in: het gaat niet om een schoon lichaam maar om een schoon hart, een zuiver geweten. En ten tweede: het gaat niet automatisch, maar je vraagt het aan God. Maar waarom dan die doop, als je het toch nog vragen moet aan God? Omdat je als gedoopte het met heel veel vrijmoedigheid mag vragen. God gaf je een teken dat je het gerust vragen mag. Kent u het verhaal van koningin Ester? Ze moest naar de koning gaan, naar haar echtgenoot, om te vragen dat haar volk gered zou mogen worden van Haman. Maar haar echtgenoot was een despoot, zelfs de koningin kon niet zo maar binnen gaan. Echter, als de koning op haar verschijning zijn gouden scepter uitstrekt, dan weet ze dat niet bang behoeft te zijn maar met haar vraag voor de dag mag komen. U mag God alles vragen, want Hij gaf u zijn teken dat u zijn kind bent en dat Hij voor u zorgt. En het eerste dat u vragen mag is een goed geweten: rust van binnen: ik ben Gods kind, het komt goed met mij. Dat gebed is de kern van bekering. Dat goede geweten zal niet je deel worden als je doorgaat met een zondig leven. Bekering is echt nodig. Maar doe het niet op eigen kracht. Doe het in het vertrouwen dat God zo graag wil dat zijn verloren kinderen weer bij Hem terug komen. Bidt allereerst om vertrouwen in de vergeving, en daarna om kracht van God om het in je leven waar te maken dat je een nieuwe mens wordt die niet steeds in zijn zonde terugvalt. Waarom bent u Gods kind, die vragen mag om een goed geweten? Omdat Christus is opgestaan en naar de hemel gegaan. Daar zit een heel verhaal achter. Christus mocht opstaan uit het graf omdat hij door zijn sterven de satan overwonnen had. Christus mocht zitten in de troon, omdat Hij Heer is, over engelen, krachten en machten. Nu mag u, die een christen bent, een goed geweten hebben: God gaat niet met u afrekenen vanwege een schuld die nog uitstaat, God beschouwt u als iemand die geen schuld meer heeft omdat Christus die overgenomen heeft. Het oordeel komt, en wie zal de Rechter zijn? Precies dezelfde als Hij die eerst voor zondaars stierf, onze Here Jezus Christus. Hij is nu Heer en Koning. U mag horen bij Hem. Het teken van de doop heeft u ontvangen. Dat is niet een leeg teken, maar vol verwachting en blijde zekerheid. 2.Niet lang daarna komt Petrus in zijn tweede brief op het zelfde onderwerp terug. En gaat hij nog dieper in op de betekenis van de zondvloed, lang geleden, voor ons vandaag. Hij hoort dat de mensen aan wie hij al eerder had geschreven niet meer geloven. Zelf wacht hij in Rome op zijn terechtstelling. Voor de gemeente is hij bezorgd. Alles is altijd al zo geweest als het nu is, zeggen ze spottend, vanaf dat de voorvaderen ontslapen zijn, ja vanaf de schepping. God spreekt wel over een eindgericht maar het lijkt er niet op dat die komt. Prachtig is dan daarbij die opvallende zin die ook heel bekend is geworden dat één dag voor de Here is als duizend jaar en omgekeerd. Mensen kunnen wel spotten met Gods woord, maar God wil dat alle mensen tot bekering komen: u allen, volgens oude uitgaven. Maw we worden rechtstreeks aangesproken. Schrijf die spotters van zoeven niet af, maar bid dat ze terugkomen bij God. Maar wordt het op een gegeven moment niet tijd dat God aan alle goddeloosheid een einde maakt? Daar gaan wij niet over! Eens was Jona niet meer bereid Nineve te waarschuwen. U weet dat God hem er scherp om veroordeelt. Juist spotters worden opgeroepen tot bekering, Net als Noach blijft hij contact zoeken, ook al wordt hij uitgelachen. De mensen waarom het gaat hebben een gelovige achtergrond. Ze kennen namelijk de woorden van God dat Hij beloofd heeft eens een nieuwe aarde te zullen brengen en de huidige wereld te zullen oordelen. Dat was ook in het OT al vaak genoeg gezegd. Maar wat slaan ze veel uit de geschiedenis over. Wat lezen ze selectief! Ze slaan heel het verhaal van de zondvloed over. En verder: ze praten wel over de schepping maar beseffen ze wel wat God toen deed? Op de tweede dag maakte God het uitspansel en op de derde dag de scheiding tussen land en zee. Bij de zondvloed was er van die scheiding opeens niets meer over. Alle sluizen gingen open. Het water kwam van boven, en toen er heel veel gevallen was gingen ook de wateren van beneden zich roeren, de rivieren de zeeën. Het woord van God had bij de schepping scheiding gemaakt tussen al dat water en daarmee het leven voor de mensen mogelijk gemaakt. Water is het element dat aan onze planeet leven geeft, maar het kan ook van vernietigende kracht zijn. Gods woord maakte het en stelde er grenzen aan. De wereld van toen is vanwege de spotters van toen ( zo zou ik het begin van vers 6 vertalen) door het water ten onder gegaan. Gods Woord blijft tot in eeuwigheid. De wereld van nu blijft door datzelfde woord bewaard, als een schat. Waarvoor dan? Nu voor het oordeel en de ondergang van de goddeloze mensen. Maar dat is niet het einddoel. Het einddoel is niet vernietiging maar loutering en zuivering. Als de aarde door het vuur wordt aangetast is dat voor de loutering, zoals ook die vreselijke zondvloed zuiverend heeft gewerkt maar tegelijk de weg naar het vervolg opende. Je kunt ook verzuchten dat het te lang duurt omdat je graag het einde wilt mee maken vanwege je eigen ziekte of vanwege vervolging. Maar als er dan nog zoveel gebeuren moet voordat Christus terugkeert moet je misschien heel lang wachten. Nee: God kan heel veel in een oogwenk. Na de spotters worden de gelovige gemeenteleden aangesproken. Voor iedereen is die boodschap fundamenteel dat bij de Here een dag 1000 jaar is en omgekeerd. Zijn komst zal ontzagwekkend zijn. Zelfs de hemelen zullen voorbijgaan: de lucht boven ons, het gewelf dat boven de aarde staat en waarvan we nu weten dat het de dampkring is, en die ze toen als hemelkoepel zagen. En de elementen van de aarde zullen brandend vergaan: de grondslagen van deze wereld. Brandend zal alles voorbij gaan wat aan deze wereld vastheid geeft. Bij een vulkaanuitbarsting zie je het allemaal naar boven komen. Bij zo’n eruptie is het op een bepaalde plek. Wat echter als alles tot uitbarsting komt en in brand komt te staan? Na een vulkaanuitbarsting is alles vruchtbaar na enige tijd. Wat als alles vruchtbaar wordt en opnieuw begint? Verwacht u de wederkomst en leeft u daarvoor? Lees niet over vers 12 heen en vergeet niet dat daar het werkwoord bespoedigen staat. Al is God niet aan tijd gebonden en gaat zijn wil over alles, Hij heeft ons niet nodig, Hij wil ons toch gebruiken. Namelijk dat wij door gebed en christelijke leven de wederkomst bespoedigen. Dan wordt alles nieuw. Zelfs de hemel. Het totaal van Gods schepping, In het begin schiep God hemel en aarde, en straks worden zowel dampkring als sterrenhemel vernieuwd. En ook de hemel als Gods woonplaats: want God komt dan bij de mensen wonen. Maar wie is die trouwe en rechtvaardige rentmeester die de Heer bij zijn komst over al zijn bezit zal stellen? Wie mag wonen op die nieuwe aarde van God? Wie is als Noach die wordt gered als het oordeel over de wereld gaat en die er bij is als de nieuwe wereld verschijnt? Al eerder zei ik, in een preek over Lucas 12.U mag zeggen: ik ben dat. Want met alle vallen en opstaan wil ik toch zo leven dat ik God eer. En zo wil ik het ook mijn kinderen voordoen. En aan u en uw gezin is door God een teken gegeven dat het inderdaad zo is: de doop, water dat deze keer niet vernietigt maar redt, zelfs van het eeuwige vuur. Ze redt, als die doop gebruikt wordt in geloof: als u bidt tot God om een goed geweten: zekerheid van vergeving voor u die de zonde wilt mijden.